WIE BEN JE, EN WAT IS JE CONNECTIE MET NOVEL-T SMART?
Vanuit mijn functie als coördinator Bachelor Eindopdrachten IDE, heb ik al een paar jaar contact met het Novel-T SMART team. We voelen elkaar goed aan. Voor zover ik me kan herinneren is het nog geen enkele keer gebeurt dat we niet tot een match zijn gekomen. Dat komt ook omdat we IDE bachelor-studenten heel breed kunnen inzetten. Sommige studenten denken graag mee met de productontwikkeling van een start-up, andere studenten werken graag samen met een meer gearriveerd bedrijf of met een non-profit organisatie. Zij maken graag deel uit van een team, of functioneren prettig binnen grotere organisatorische kaders. Bottomline is dat de opdrachtgever echt iets nieuws wil, waar hij of zij zelf niet gemakkelijk mee verder komt. Dat kunnen aspecten van productontwikkeling zijn zoals grafische vormgeving, engineering-gerelateerd uitdagingen, of het betrekken van gebruikers en human interaction bij de doorontwikkeling van bestaande versies van producten.
HOE BELANGRIJK ZIJN ‘PRAKTIJKOPDRACHTEN’ VOOR JULLIE VAKGROEP, EN HOE WERKEN JULLIE SAMEN MET DE KLANT?
Praktijkopdrachten zijn bij Industrial Design Engineering erg belangrijk. Hoewel we af en toe interne vraagstukken (vanuit de vakgroep) formuleren als afstudeerproject, gaat onze grote voorkeur uit naar praktijkopdrachten: echte vraagstukken van echte klanten. De bachelors laten voor het eerst in hun leven zien dat ze als semiprofessioneel ontwerper kunnen acteren. Ondernemers waarderen hun ontwerpskills en hun kennis van up-to-date ontwerpmethodieken en specialistische software. Ook vinden ze het prettig dat een buitenstaander met een frisse blik naar hun ontwerpvraagstuk of innovatiebehoefte kijkt, daar systematisch mee aan de slag gaat, en nieuwe ideeën helder uitwerkt. Eerste leerdoel is dat de studenten een behapbare opdracht formuleren. 95% van de studenten wil bij aanvang teveel doen, en streven een overvloed aan doelen na. In onderling overleg focussen we op een haalbare en zinvolle uitkomst waar de klant – na de drie maanden die de opdracht duurt – in de praktijk echt mee verder kan. Dat bereikbare einddoel vind ik erg belangrijk. Dan laat je zien dat je als ontwerper meerwaarde levert. Of zoals de Engelsen zo mooi zeggen: the proof of the pudding is in the eating.
ZIJN ER ‘KLANTGROEPEN’ IN DE MAATSCHAPPIJ WAAR JE MEER INNOVATIEVRAGEN VAN ZOU WILLEN ONTVANGEN?
Ons afstudeeraanbod is al heel gevarieerd. Wel merk ik dat veel studenten een duurzaam aspect in hun opdracht van grote toegevoegde waarde vinden. Dat leeft enorm. Ik denk dat dat een generatieverschil is. De jeugd wil graag leven in een wereld waar anders wordt omgegaan met afval, grondstoffen en energieverbruik. De sustainable development goals (SDG’s) leven erg onder studenten. Ook bij mij trouwens. Als onderzoeker en universitair docent richt ik me in brede zin op duurzame aspecten rondom verpakkingen.
WAAR MOET EEN GOEDE KENNISVRAAG AAN VOLDOEN?
Er zijn verschillen tussen bachelor-opdracht, stage of masteropdracht. Het zelfstandig ontwerpen – op aspecten – van nieuwe ideeën rond producten en diensten, staat centraal in de bachelor. Een stage is meer gericht op inhoudelijke kennismaking met werkprocessen, met meer persoonlijke begeleiding. Bij een bachelor eindopdracht verwachten we wel dat de klant de nodige begeleiding biedt, bereid is kennis te delen, en noodzakelijke middelen ter beschikking stelt om het afstudeerproces goed te laten verlopen. Denk aan de kosten voor het maken van een prototype bijvoorbeeld. Masteropdrachten lopen langer (45 EC = 1260 uren). Daarin moeten de studenten een meer diepgaande academische onderbouwing kunnen laten zien. Een visie op productontwikkeling bijvoorbeeld; of de manier waarop een innovatieproces verloopt; of de algemene waarde van een specifieke ontwikkeling of trend waar de klant aan werkt. Daar zitten niet alle ondernemers altijd op te wachten, maar we kunnen ze toch vaak overtuigen dat een brede blik voor hen waardevol kan zijn. Bovendien proberen we altijd met een bruikbare casus voor de klant het brede verhaal concreet te maken. Als dat niet zou kunnen, zou het afstuderen inderdaad alleen maar academisch zijn. IDE is niet het type studie daarvoor. De vakmensen die wij afleveren moeten te alle tijden een vertaling kunnen maken naar de commerciële praktijk.
